Beenvissen:
In het late Krijt leefden er verschillende soorten beenvissen , zoals het geslacht Enchodus.
Deze kleine tot middelgrote roofdieren en hun resten werden vaak gevonden als fossiel.
Het kenmerk vande Enchodus was de aanwezigheid van grote tanden aan de voorzijde van de boven en onderkaak.
Zij bijnaam ´Sabeltand ´ komt mede door de ongewone ,gebogen tanden.
In het Krijt was hij een belangrijk onderdeel van de voedselketen in de oceanen.
Hoewel er al een hele reeks soorten beschreven is uit het Laat-Krijt van Luik-Limburg, met name aan het eind van de negentiende neeuw en het begin van de twintigste eeuw, bestaat er nog geen volledig overzicht van de de beenvissenfauna´s. Dat heeft veel te maken met het feit dat bijna complete visskeletten in dit gebied uitermate zeldzaam zijn, terwijl de overvleodige voorkomende losse onderdelen (schubben,wervels,ribben,tanden) zo goed asl nooit op soort gedetermineerd kunnen worden.
Hoe dan ook ,fragmentarische kaken met tanden behoren tot de spectaculaire vondsten .